Over de geschiedenis van Rome zijn twee theorieën. Je hebt een mythe die verteld dat Rome is gesticht door goden en je hebt de werkelijkheid over het ontstaan van Rome die is vastgesteld door archeologen. Hieronder kom je daar meer over te weten.
Mythe
De ons bekende versie van het ontstaan van Rome danken we aan Vergilius en (vooral) aan Titus Livius die in opdracht van Keizer Augustus de geschiedenis van Rome te boek stelden, op basis van de overleveringen die daarover de ronde deden. Beide werken hebben echter een sterk mythologische inslag en beogen niet een geschiedkundig werk in de huidige zin te zijn, maar dienden eerder om een goddelijke oorsprong en roemrijk verleden te suggereren door de oorsprong van Rome te verbinden met de ondergang van Troje. Rome werd volgens de mythe gesticht op 21 april van het jaar 753 v.Chr. door Romulus en Remus, afstammelingen van de Trojanen die onder leiding van Aeneas, zoon van Venus en Anchises, uit het brandende Troje waren gevlucht., dit is ook het begin van de Romeinse tijdrekening |
Werkelijkheid
Volgens archeologen is Rome ontstaan in een viertal stappen: In de 10e eeuw v.Chr. kwamen er enkele kleine nederzettingen van Latijnen op de Palatijn en op de Esquilijn, twee van de zeven heuvels van Rome in de landstreek van Latium in Italië. In de 8e eeuw v.Chr. kwamen er nieuwe nederzettingen op de Palatinus, Esquilinus en op de Caelius. Het bondgenootschap Roma Quadrata werd opgericht tussen de twee nederzettingen op de Palatijn. Zo werden die twee nederzettingen sterker op militair vlak. Er kwam ook een omwalling rond de Palatijn, de eerste omwalling. De derde stap vond plaats in de 6e eeuw v.Chr., toen kwamen er nog meer nederzettingen op die drie heuvels en vielen de Etrusken binnen. Ze veroverden Rome dat toen nog bestond uit enkele nederzettingen. Ze verenigden die nederzettingen op de drie heuvels tot een stad.Ze legden het moerassige dal aan de voet van de Palatinus droog, zodat dit de functie van forum kreeg. Op de Capitolunusheuvel bouwden de Etrusken een burcht. In de laatste fase, tijdens de 4e eeuw v.Chr., breidde de stad verder uit tot de vier andere heuvels waar geen nederzettingen waren. Rome kreeg de omvang van een stad doordat de zeven nederzettingen met een muur verbonden werden, en een echte stad gingen vormen. Sindsdien groeide Rome in relatief korte tijd uit tot de machtigste stad van de Oudheid. |